OTO
Augustus 2008
Agritoy 3
In Oud Nieuws deze keer iets wat oud is en waarschijnlijk voor velen nieuws. Niet veel mensen kennen het merk OTO, een Italiaanse fabrikant van wapens en munitie, en korte tijd ook trekkers. Het staat voor Odero, Terni, Orlando, namen van oprichters danwel van namen van bedrijfstakken. Hun fabrieken stonden in Brescia en La Spezia, al schijnen de activiteiten zich in nog veel meer steden te hebben afgespeeld. Melara in de buurt van Bologna wordt ook genoemd. Hele verhalen zijn erover geschreven, maar Italiaans is niet Tammo’s sterkste punt.
Er zijn verschillende types gemaakt in de relatief korte tijd dat OTO trekkers maakte. De types C25 en C40 zijn het meest gemaakt, geschatte totaalproductie van de fabriek(en) is zo’n 5000 trekkers van ongeveer 1950 tot 1962. De trekker activiteiten zijn opgegaan in Fiat/Iveco, OTO schijnt nog steeds in wapens te doen. De C25 was een eencilinder viertakt, liggend gemonteerd voor de achteras, net als bij de Bulldogs. De C40 was een tweecilinder, waarbij de tweede cilinder verticaal stond. Het waren niet zulke ‘stampers’ als de Bulldogs, de cilinderinhoud bedroeg per cilinder maar 1860 cc. De trekkers zullen wel veel in de wijnbouw en lichte landbouw gebruikt zijn, vanwege hun lichte constructie.
Onze modelletjes zijn van het type C25R als wieltrekker en de C25C als rups. De R staat voor ruote (wielen) en de C voor cingolato, rupsen.
Getuige een folder uit die tijd was OTO trots op hun vinding dat je de C25 van wieltrekker kon ombouwen naar rupstrekker. Toch zijn de twee modellen behoorlijk verschillend, want de rups heeft een ander bestuurders platform, zo simpel was de ombouw dus nu ook weer niet. Er bestaan inmiddels veel boeken over antieke Italiaanse trekkers, waarin te zien is wat een schitterende ontwerpen de Italianen hebben gemaakt. Fraaie vormgeving en mooie kleurcombinaties alom. De OTO vormt hierop geen uitzondering, let vooral op de prachtige motorkap, en hoe de vooras daar aan vast lijkt te zitten bij de wieltrekker. Wij vinden het opmerkelijk dat er in die tijd al zoveel werk en aandacht ( =kosten) aan vormgeving werd besteed, terwijl er volgens ons toen niet veel klanten waren die daarop zaten te wachten…
De modelletjes zijn gemaakt door Machpi Bologna, getuige een ingegoten naam op de binnenkant van het achterspatbord van de wieltrekker. Wacht eens even, Machpi Bologna? De Italiaanse landbouwminiaturenbeurs in Budrio ligt ook vlak bij Bologna! Dat schepte natuurlijk hoge verwachtingen toen we daar drie jaar geleden voor het eerst heengingen… Hans had wat foto’s van de OTO’s en andere oude Italiaanse modellen meegenomen, maar helaas. Wel leuke reacties gekregen in de trend van: wat een prachtige modellen, waar zijn die te koop?
Het wordt eentonig, maar ook deze modellen hebben wij voor het eerst gezien bij Crilley en Burkholder in de USA, de pioniers op miniatuutrekkerverzamelgebied. Zij hebben ze van hun oude Italiaanse connecties, Zubini en Zampicinini. Wij hadden niet gedacht deze modellen nog eens te bemachtigen, want behalve daar hebben we ze in geen jaren gesignaleerd. Blijven zoeken leek het devies, wat vooral Hans zich aantrok. Hans + vormgeving + trekkers + zeldzaam = OTO. Op zeker moment werd er een rupsmodelletje gevonden op een rommelmarkt in ItaliĆ«, waarbij de stuurhandles, een lamp en het vliegwiel zoek was. De vinder bood het aan op een soort Italiaanse marktplaats. Foto’s van de restauratie verderop in deze Oud Nieuws. If you find one, you’ll find more, alweer een cliche uit de kast, een Franse veiling bood kort daarna een rups- en een wieltrekker aan. Dit liep nogal in de papieren, maar er zijn nu minimaal twee rupsen en een wieltrekker in Nederland. Er is trouwens ook een echte OTO in Nederland, omschreven in een Agritoy van een paar jaar terug, naar we menen door Leen de Vos. In Crilley’s boek staat te lezen dat de schaal van de modellen 1/20 is, dat de wieltrekker in 1955 en de rups in 1956 is gemaakt. Er zouden 9000 stuks geproduceerd zijn.
Waar zijn die dan allemaal gebleven? Zandbakken zullen veel hebben opgeslokt, want dit is ouderwets mooi speelgoed. Als wij het model opmeten en vergelijken met de foldermaten komen we aan ongeveer 1/18.
De manier van bouwen doet denken aan Chad Valley of Denzil Skinner uit Engeland, of bijvoorbeeld Reuhl uit de USA. Stuk voor stuk gewilde verzamelaarsobjecten, metalen modellen die in- en uit elkaar geschroefd kunnen worden, en een zeer goede gelijkenis vertonen met het voorbeeld. OTO had grootse plannen met hun trekkers, getuige de vele uitvoeringen in een van hun folders, die we in een folderboek zagen. Naast het ons al bekende rupsonderstel en de brede vooras bestond er ook een smalle vooras met twee wielen bijna tegen elkaar gemonteerd, een driewieler, een industrie-uitvoering met zwaardere en grotere velgen en een snelle uitvoering met andere spatborden, ook op de voorwielen.
Na de Rups te hebben gezien bij Charlie Burkholder, en de wieltrekker bij Ray Crilley, dachten wij altijd dat de rups een aangepaste wieltrekker was, of andersom. Toen we de twee eindelijk eens naast elkaar hadden, zagen we dat dit toch echt niet zo is. De voorzieningen voor het rupsonderstel zijn nogal omvangrijk, en de voorasbevestiging ontbreekt geheel bij de rups. Het opgegoten OTO C25R en C verschilt uiteraard, maar ook de belijning die daaronder loopt. Bij de wieltrekker loopt de ingang van de stuuras uit het midden de motorkap binnen, terwijl deze bij de rups in het midden zit en natuurlijk correct is afgedopt. Hou maar op, Machpi Bologna heeft het grondig aangepakt, en het hele ding opnieuw gemaakt. Grote klasse volgens ons. De rupsen zijn geheel van metalen schakels gegoten, en met stalen pennen verbonden. Deze zijn aan de uiteinden op een typische manier platgeknepen, zodat ze er niet uitgaan. Doet ons denken aan klaagzang over het ‘strafwerk’ in de wintermaanden in een smederij of op een boerderij met rupstrekker(s) vroeger, namelijk die pennen en bussen vervangen. Tot zover de schitterende OTO’s, bekijk de foto’s maar of kom ze bewonderen in Zwolle, waar we ze zullen laten zien met dank aan de eigenaars.
Na de vorige Oud Nieuws besloot een eigenaar van een Britains Same Explorer met rood dakje afscheid te nemen van z’n trekker, wat hem geen windeieren legde… Vanzelfsprekend is dit een duivels-dilemma, want hoe meer wij een modelletje de hemel in prijzen, hoe minder we een kans maken het ooit nog voor een prikje te kunnen bemachtigen… Hoofdredacteur Emiel van Loon kwam met een hele mooie site aanzetten waarop zo’n beetje alle gemaakte Unimog schaalmodellen staan, maar die van ons stond er niet bij. www.unimog.ch. Heeft u verder reacties, of schoenendozen vol met modellen als door ons omschreven, wij houden ons als altijd aanbevolen.
Hans Sikkema + Tammo Broekema + OTO + zeldzaam = Oud Nieuws